
Wat zijn de gevolgen van de aanscherping van de F-gassenverordening?
De F-gassenverordening ligt flink onder de loep en veranderingen zijn op komst. Het door de Europese Commissie in april 2022 gepresenteerde voorstel tot wijziging van de F-gassenverordening heeft een enorme impact op de koel- en klimaattechnische branche. Tijd om de balans op te maken, want wat zijn nu de gevolgen?
In dit voorstel, beter bekend als “Herziening van de EU-regels (2015-20)” zijn door de Europese Commissie onder andere de verbodsbepalingen aangescherpt. Even een voorbeeld: in het voorstel staat dat als het aan de Europese Commissie ligt airco’s en warmtepompen; voor vermogens tot 12 kW, de GWP waarde van het gebruikte koudemiddel vanaf 2027 onder de 150 moet liggen. Dat betekent nogal wat voor de kleinere units die overwegend met R32 of R410A zijn gevuld. R32 heeft namelijk een GWP van 675 en R410A een GWP van 2.088, dat zou dus niet meer mogen.
Een ander voorbeeld is het huidige bijvulverbod. Nu mogen koelinstallaties die zijn afgevuld met een koudemiddel met een GWP waarde van 2.500 of hoger (en boven de circa 10kg) nog worden bijgevuld met geregenereerd/gerecycleerd R404A/R507A. Dat mag in de huidige verordening nog tot 1 januari 2030. In het voorstel wordt een deadline gesteld waarbij dit per 1 januari 2024 niet meer is toegestaan.
Als we alleen al kijken naar deze twee specifieke voorbeelden, dan hoeven we niet uit te leggen dat dit een enorme impact zal hebben op onze branche.
Wat is (het doel van) de F-gassenverordening?
Op dit moment is de F-gassenverordening (EU) nr. 517/2014 van kracht. Het doel van de verordening is het beschermen van het milieu door de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen, en daarmee schadelijke emissies, te verminderen. De uitstoot van F-gassen draagt namelijk bij aan de opwarming van de aarde. De Europese F-gassenverordening geldt voor alle koudemiddelen onder de noemer “gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen” (HFK’s). Beschikbare hoeveelheden HFK’s worden door de F-gassenverordening stapsgewijs afgebouwd.
F-gassen zijn momenteel verantwoordelijk voor 2,5% van de totale broeikasgasemissies in de EU. Het nieuwe voorstel met aangescherpte regels voor F-gassen zou tegen 2030 het equivalent van 40 miljoen ton CO2-emissies bovenop de huidige regeling moeten gaan besparen, dat is beduidend meer dan de vermindering die bij de huidige wetgeving wordt verwacht.
Wat zijn de gevolgen van de aanscherping van de F-gassenverordening voor de branche?
Als dit voorstel tot wijziging wordt overgenomen, dan is de impact voor de branche groot. Een onderdeel dat zeer veel impact zal hebben is de versnelde afbouw van (hoog GWP) koudemiddelen. Vanaf 2024 worden de quota versneld verlaagd. De insteek in het voorstel is dat het quotum in 2030 tot maar liefst 5,2% is teruggebracht. Dit in plaats van de 21% in de huidige verordening, een enorm verschil. De versnelde afbouw gaat in het voorstel starten per 2024 met een percentage van 23,6% (in de huidige verordening 31%). Gevisualiseerd ziet dat er zo uit:

Hogere kosten voor quota: wat zijn de gevolgen?
De uitfasering van de HFK’s is gekoppeld aan een quotumregeling, waarbij fabrikanten en importeurs quota toegewezen krijgen op basis van de door hen gerapporteerde hoeveelheden HFK’s in het voorafgaande jaar. Dit wordt berekend aan de hand van het CO2 equivalent (kg x GWP/1000) van het absolute aantal kg koudemiddelen. Eind 2014 heeft de Europese Commissie elke producent en importeur een jaarlijks quota opgelegd richting stapsgewijze vermindering van de hoeveelheid CO2 equivalent die nog maar op de markt mag worden gebracht tot 2030.
In het voorstel dat nu is ingediend staat dat HFK quotum wordt “toegewezen” tegen een vergoeding van € 3 euro per ton CO2 equivalent. Wie dus in de toekomst F-gassen zal blijven gebruiken moet rekening houden met fors hoge kosten.
Hoog GWP koudemiddelen zullen door de versnelde afbouw schaarser en, op basis van vraag en aanbod, ook fors in prijs stijgen. Dit wordt versterkt door de voorgestelde “CO2 heffing” op quota.
Even een voorbeeld op basis van de “automotive” koudemiddelen R134a en R1234yf. Op basis van het CO2 equivalent, waarbij een koudemiddel met een hoger GWP meer belast wordt dan een koudemiddel met een lager GWP, zou het betekenen dat de extra kosten voor R134a € 4,29 per kg bedragen, terwijl de extra kosten voor een kg R1234yf slechts 1,03 eurocent zou bedragen. Kortom, de gevolgen zullen zowel op beschikbaarheidsniveau als op prijsniveau een forse impact gaan hebben.
Nieuwe verboden en certificering
Als het voorstel integraal wordt overgenomen, dan zullen er ook nieuwe verbodsbepalingen van kracht worden. De belangrijkste zijn hieronder opgesomd:
- 1 januari 2024: koelkasten en vriezers voor commercieel gebruik, gevuld met F-gassen met een GWP > 150
- 1 januari 2024: stationaire koelsystemen die F-gassen met een GWP > 2.500 bevatten of nodig hebben (uitgezonderd apparatuur voor koeling tot onder -50 °C)
- 1 januari 2025: single-splits met een koudemiddelvolume > 3 kg, gevuld met F-gassen met een GWP waarde > 750
- 1 januari 2027: nieuwe split-airco’s en warmtepompen met een vermogen < 12 kW, gevuld met F-gassen met een GWP waarde > 150
- 1 januari 2027: nieuwe split-airco’s en warmtepompen met een vermogen > 12 kW, gevuld met F-gassen met een GWP waarde > 750
Daarnaast wordt mogelijkerwijs een verplichte bedrijfscertificering ingevoerd voor het werken met ‘alternatieve koudemiddelen’, de zogenaamde natuurlijke koudemiddelen, waaronder (R290) propaan, R744 (CO₂) en mogelijk R717 (ammoniak), net zoals dit al het geval is met F-gassen.
Zowel de NVKL als de Europese installateurskoepel AREA hebben bij de Europese Commissie verzocht om een dergelijke certificering in te voeren.
Wat vinden wij van de mogelijke aanpassingen van de F-gassenverordening?
Tot op heden is het natuurlijk “nog maar” een voorstel. Echter, kijkend naar de berichtgevingen, een voorstel waar uiterst serieus naar gekeken wordt.
De discussies die gaande zijn spitsen zich vooral toe op de haalbaarheid. De haalbaarheid om deze maatregelen in een dergelijk kort tijdsbestek te realiseren. Kijkend naar de onzekere situatie op mondiaal niveau, de arbeidsmarkt, een verstoorde supply chain en in zijn algemeenheid het adaptief vermogen van de branche lijken de voorgestelde maatregelen en data erg opportuun.
Natuurlijk ondersteunen wij een ambitieuze en strikte handhaving van de F-gassenverordening. Dit is een cruciaal onderdeel in het bereiken van de EU-klimaatdoelstellingen, maar doelstellingen moeten ook realistisch en haalbaar zijn.
De koers is duidelijk, op lange termijn kan men niet om koudemiddelen met een laag GWP heen. Alternatieven zijn HFO’s, brandbare- en natuurlijke koudemiddelen. Koudemiddelen die ook allemaal hun voor en tegens hebben.
De transformatie van onze branche richting een duurzame toekomst is een noodzaak. Samenwerking en partnerships binnen de branche, kennisdeling en intervisie worden hierdoor steeds belangrijker en is volgens ons dé weg voorwaarts. Samen zijn we in staat om te verduurzamen, samen zijn we in staat om uitdagingen aan te gaan, samen kunnen we de branche verder ontwikkelen. Want wij? Wij zijn Celsis, de partner die het voor je regelt. Geen uitdaging is ons te gek.